KINDEREN VERWACHTEN ONVOORWAARDELIJKE LIEFDE VAN HUN OUDERS.
Vanuit de pedagogische / psychologische hoek leren we ouders hoe ze hun kinderen kunnen belonen of straffen.
Kinderen vinden dat belonen en straffen niet hoort bij het concept onvoorwaardelijke liefde. Mijn kinderen hebben al op hele jonge leeftijd de woorden belonen en straffen omgezet in omkopen en chantage = manipulatie. Mijn kinderen hebben mijn ogen opengemaakt in de manier waarop zij ernaar kijken en ze deden mij heel vaak aan mijn eigen jeugd terugdenken. Als je het goed deed op school of thuis kreeg je beloning en als je het niet goed deed kreeg je straf. Voor wat hoort wat! Kinderen kunnen het non-verbaal gedrag van hun ouders of leerkrachten beter lezen dan ouders en leerkrachten het non-verbaal gedrag van hun kinderen / leerlingen. Als het kind het goed doet heb je lachende / trotse ouders en vriendelijke leerkrachten en als je iets niet (goed) doet kan je al aan het gezicht van je ouders of de leerkracht zien dat het foute boel is.
In mijn gesprekken merk ik bij kinderen met of zonder beperking dat ze onvoorwaardelijke liefde verwachten, maar dat de manier waarop hun ouders dat uiten niet altijd even duidelijk is voor de kinderen. Je kan een ouder hebben die niet knuffelt of alles (materieel) koopt voor zijn kind. Ik heb verschillende jongeren horen zeggen dat zijn ouders hem niet knuffelen, maar dat de ouders zeggen “maar ik koop toch alles wat je wilt”. Er is een verschil in waarneming van wat liefde is tussen ouder en kind. Sommige ouders zijn niet met knuffelen opgevoed of vinden dat moeilijk om te doen. Maar als je kind knuffels verwacht, dan lijkt het of de ouder hem of haar niet de knuffels geeft waar hij of zij behoefte aan heeft: lichamelijke warmte voelen van zijn vader of moeder is voor kinderen heel belangrijk. Als je gaat onderzoeken hoe een ieder zijn liefde aan de ander kan laten zien en voelen, zal een middenweg gezocht moeten worden tussen wat de ouder(s) wilt / willen en wat ieder kind van zijn ouders verwacht.
In mijn praktijk merk ik iedere keer weer dat kinderen niet kunnen begrijpen dat een ouder “lelijke” of vernederende woorden kan gebruiken, kan schreeuwen of slaan. Een kind kan dan zeggen of denken: “hoe kan mijn moeder of vader daadwerkelijk van me houden als hij / zij me slaat, schreeuwt of vernederd?”. Heel vaak horen kinderen ook “als je dat niet doet, dan krijg je dit of dat niet”. Ouders willen vaak iets bereiken met hun kinderen door voorwaarden te stellen: “als je dit of dat niet doet dan krijg je mijn liefde niet (Mama is boos)”. Mijn kinderen hebben het hele proces van belonen en straffen als een vorm van manipulatie beschreven en ik vind diezelfde redenering bij andere kinderen terug. In diverse gesprekken met ouder en kind samen merk ik dat als een ouder zo praat dat een kind die onvoorwaardelijke liefde niet voelt, dat het kind zich afsluit voor de ouder(s), door een gesloten houding aan te aannemen.
Voor mij heeft belonen en straffen een andere betekenis gekregen. Je kan gedrag van kinderen stimuleren en remmen zonder veel beloning of straf te gebruiken. We willen eigenlijk goed gedrag stimuleren en negatief en/of gevaarlijk gedrag remmen. Als ouder moet je blijven beseffen en nadenken wat je precies wilt met het belonen of straffen van gewenst respectievelijk ongewenst gedrag. Een voorbeeld: hele jonge kinderen zijn de wereld aan het ontdekken en proberen van alles om te kijken wat er met iets gebeurd (oorzaak – gevolg). Mijn zoon heeft ooit een potlood in de videorecorder gegooid. De recorder was stuk gegaan. Mijn vader heeft het apparaat samen met mijn zoon opengemaakt om te kijken of hij het kon maken, maar dat lukte niet. We hebben mijn zoon ook uitgelegd dat het apparaat nu stuk was een dat we een nieuwe moesten kopen. Daarna heeft hij dat nooit meer gedaan, want hij begreep oorzaak en gevolg van die situatie. Ik heb ouders vaak gevraagd wat ze zouden doen in zo’n situatie? Het antwoord varieert van het slaan van het kind tot het dusdanig voorkomen dat het kind het nogmaals kan doen. Hierdoor wordt de exploratiefase (de onderzoeker in het kind) afgeremd of de kinderen de meest extreme gedragingen vertonen omdat ze kans niet hebben / krijgen om de wereld te exploreren.
Wat betekent onvoorwaardelijke liefde voor kinderen en jongeren?
Wat ik heb begrepen van mijn gesprekken met kinderen, jongeren en volwassenen, is onvoorwaardelijke liefde als volgt samen te vatten en te vertalen naar concrete tips.
GOED luisteren (“niet met een half oor”) naar wat kinderen te zeggen hebben. Neem de tijd. Ouders denken vaak dat ze luisteren naar hun kinderen, maar voor de kinderen zelf komt het niet zo over.
Niet meteen gaan uitleggen wat de consequenties zijn voor het kind en / of anderen. Kinderen voelen alsof zij gepasseerd worden en dat de consequenties en anderen veel belangrijker zijn dan zij.
Let op het non-verbaal gedrag van je kind, dat spreekt al boekdelen. Zodra je ziet dat je kind een gesloten houding heeft, dan heeft het geen zin meer om te prediken. Stel even een “cooling-down” tijd in en probeer op een later moment, als het kind weer een open houding heeft, op een rustige manier de situatie te bespreken.
Vraag het kind zelf hoe hij of zij zelf wil dat je ze aanspreekt op hun gedrag. Ze beseffen zelf dat ze de situatie niet goed hebben opgepakt en kunnen aangeven hoe ze behandeld willen worden.
Vraag altijd naar de mening, inzichten en wijsheden van je kinderen, want daar hebben ze zeker over nagedacht (hoe klein ze ook zijn) voordat ze problematisch gedrag lieten zien. Als volwassenen geven we zelf niet het goede voorbeeld. Wij vragen vaak geen hulp, wanneer we echt hulp nodig hebben. Kinderen zien dit en weten ook niet hoe hulp te vragen. Het feit dat kinderen problematisch gedrag vertonen is hun manier om aan te geven dat ze hulp nodig hebben.
Laat je kinderen weten dat je luistert of dat ze echt eerlijk met jou kunnen spreken over echt alles. En dat je ze niet beoordeelt en veroordeelt. Je zult zien dat ze echt naar je toe komen met hun verhalen. Dan kun je als ouder/opvoeder op een ontspannen manier samen met je kind kijken hoe je samen iets gaat oplossen of hulp gaat zoeken die jullie kan helpen uit een moeilijke situatie te komen.
Beoordeel en veroordeel niet meteen. Kinderen zijn bang hiervoor en dan komen ze niet bij jou voor hulp. Ze kunnen juist daardoor hulp gaan zoeken juist bij de meest “foute” vrienden, omdat ze zich daar wel begrepen voelen.
Probeer je te verplaatsen in de positie van je kind (iedereen is kind geweest en heeft ervaren van wat liefde is of zou moeten zijn). Wat voelt of wat denkt jouw kind? Vraag het kind om jou mee te nemen in zijn belevingswereld. Hoe ziet jouw kind de wereld waarin hij of zij leeft? Daarnaast is het goed als een kind zijn eigen ouders kan begrijpen. Dit kan als ouders hun eigen ervaringen met hun kinderen delen. Laat je kinderen ook delen in je eigen belevingswereld (hoe jij de wereld als kind zag). Ervaringen vertellen met eigen jouw ouders en grootouders.
Eerlijk zijn met je kinderen. Omdat we kinderen willen beschermen zijn we niet altijd eerlijk of vertellen we niet de (volledige) waarheid aan onze kinderen. Ze voelen wel aan dat er iets mis is of niet klopt. Je hoeft niet alles in detail te vertellen, maar een vorm van aangepaste uitleg, afhankelijk van de leeftijd van het kind, kan heel veel helpen. Als je geen geld hebt om iets te kopen en dat bespreekt met je kinderen, dan kan je ze helpen begrijpen in welke situatie de familie zit. Ze begrijpen beter dat ze ook anders met hun uitgavenpatroon moeten omgaan. Uitleg is zo belangrijk! Kinderen willen uitleg!
Accepteer wie je kinderen zijn, maar blijf ze uitdagen om boven zichzelf uit te steken. Ook al heeft je kind een beperking probeer hem / haar steeds spelenderwijs uit te dagen voor nieuwe situaties of gedrag.
Laten zien en voelen dat ze de moeite waard zijn, ongeacht of ze slim, dom, met een beperking hebben.
Als je dit niet doet merk je bij verschillende kinderen dat ze een muur om zich heen bouwen en zich afsluiten voor de buitenwereld. Dit is een mechanisme om zichzelf te beschermen tegen de pijn van onbegrip, die zij ervaren van ouders, school en / of omgeving.
“Mijn vader / moeder zegt dat hij /zij van mij houdt, maar dat meent hij / zij niet”. Ouders staan soms altijd paraat om het kind te beschermen tegen de grote boze wereld, maar dit doen ze door onbewust het kind buiten te sluiten in plaats van het kind binnen de situatie te laten voelen dat ze op de eerste plaats voor hun ouders komen.
Vaak zeggen ouders als een kind jou slaat, sla dan terug. Maar als de school een kind ziet slaan zonder deze context, dan wordt het kind vaak bestempeld als problematisch of agressief. Scholen staan ook niet altijd bij stil dat hun pestbeleid niet altijd effectief is, omdat sommige kinderen worden geleerd om terug te slaan als ze gepest worden. Kinderen die slaan en als agressief worden bestempeld, is vaak het gevolg van pestgedrag dat aan het slaan is vooraf gegaan.
Eindconclusie:
Ga in gesprek met je kind om te achterhalen hoe hij of zij de wereld ziet. Ook hoe hij of zij kijkt naar de (onvoorwaardelijke) liefde die je als ouders geeft aan je kind. Je kan denken dat je zaken voor het belang van de kinderen doet, maar zij zien dat niet zo. Bespreek de wederzijdse verwachtingen van elkaar, hoe de belevingswereld van jou als ouder is en hoe die van je kind is. Oudere kinderen kunnen makkelijker praten dan jongere kinderen. Jongere kinderen kan je vragen om te tekenen hoe ze het gezin en de liefde in het gezin zien. Er zijn manieren om ook kinderen die stil zijn en veel praten ook meer te laten vertellen. Als kinderen al kunnen schrijven, kun je ze ook vragen om het eerst op te schrijven. Dat geeft minder druk en ze hebben tijd om hun gedachten rustig te ordenen. Daarna kun je er samen over praten.